VEEN - De zesjarige Lars Huizinga vond op dinsdag 15 maart aan het begin van de avond het allereerste kievitsei van Altena op een graanakker in de buurt van Veen. Dat is uniek, want nooit eerder vond zo’n jonge weidevogelaar het eerste kievitsnest.
Burgemeester Egbert Lichtenberg en wethouder Roland van Vugt gaven blijk van hun vreugde. Op verkiezingsdag maakten ze tijd vrij om de jonge Lars te komen feliciteren. Beiden konden hun ogen niet geloven toen de enthousiaste jongen het kwetsbare eitje op die levensgrote akker aanwees. Daarmee onderstreepten ze het belang van Weidevogelbescherming op het mooie eiland Altena. Met deze vondst is het nieuwe Weidevogelseizoen van start gegaan.
Opa Jan Honcoop, die er die avond met zijn kleinzoon op uit was om een paartje patrijzen op de foto te zetten, ontwaarde door de lens van zijn telescoop een heel klein kuifje. Toen het bewoog wist hij zeker dat hij een broedende kievit in het vizier had. Op aanwijzing van opa ontdekte de jonge knul tussen de graansprietjes het vers gelegde eitje. Het was voor beiden een onvergetelijk moment. Opa Jan, een natuurliefhebber puur sang, is apetrots. Hij hoopt hiermee zijn passie en liefde voor de natuur op de jonge generatie over te brengen.
Vrijwillige weidevogelbeschermers trekken vanaf nu tot half juni de akkers en weilanden van Altena in om samen met agrariërs naar nesten van de kievit, grutto, scholekster en andere weidevogels te zoeken om ze vervolgens te markeren. Agrariërs en loonwerkers houden er rekening mee door de gevonden nesten tijdens hun werkzaamheden te sparen. Weidevogels krijgen zodoende de kans om hun legsels rustig uit te broeden.
De Weidevogelgroep van Altenatuur is de grootste groep van de provincie Brabant. Vorig jaar vonden meer dan honderd vrijwilligers zo’n 750 nesten van kievit, scholekster, grutto wulp en tureluur dankzij de sublieme samenwerking tussen boeren en loonwerkers, gebiedscoördinator Meeuwis Millenaar, de Agrarische Natuur Vereniging en het Brabants Landschap.