RIJSWIJK - De vijfde etappe van de Dakar 2020 begon wat stroef voor Edwin Straver. Het eerste deel van de 353 km tussen Al-‘Ula en Ha’il bestond nog uit stenen en stof. Wat Straver betreft begon het feest bij km 155: zand en duinen.
Dat feest duurde 200 km en dat beviel Straver uitstekend. “Minder stenen, meer zand: helemaal goed. Door het zand rijden gaat gewoon goed. Het was mooi, lekker dansen door de duinen. Je hoefde niet veel te navigeren, je kon gewoon de sporen volgen. Wat wel opviel was dat het eigenlijk heel weinig omhoog ging, maar wel steil naar beneden.”
De 48ste tijd aan de finish had iets beter kunnen zijn, dacht Straver bij aankomst in Ha’il. “Ik begin te langzaam”, analyseerde hij. “Ik rijd de hele dag hetzelfde tempo. Het maakt niet uit of ik 10 minuten rijd of 5 uur: het tempo is constant. Anderen beginnen sneller – die kom ik dan meestal halverwege wel weer tegen – maar als ik iets harder rijd aan het begin, moet ik dat ook wel vol kunnen houden.”
Tegen het einde van de etappe nam Straver overigens wel iets gas terug. Niet omdat hij het tempo niet vol kon houden, maar omdat hij bang was zonder benzine te komen. “Ik bedacht me ook wel dat die toprijders nog een stuk harder rijden, dus meer verbruiken en daarmee ook aan de finish komen, maar ik wilde toch het risico niet nemen.”
Nu ook de vijfde dag is afgevinkt, begint de rustdag in zicht te komen. Die is overmorgen. Voor Straver had het niet per se gehoeven. “Het is leuk, maar het mag ook doorgaan. Ik zit goed in een ritme.” Ook in het klassement gaat Straver steeds beter. In het kistklassement steeg hij naar de zevende plaats. “Maar daar hou ik me niet mee bezig”, zei hij. “De kans dat ik weer ga winnen is klein. Met top 5 ben ik meer dan tevreden. Finishen is het allerbelangrijkste.”