Lezing: Rituelen en tradities bij overlijden
Vroeger maakte iedereen in zijn directe omgeving veel meer sterfgevallen mee dan nu. Hoe gingen onze voorouders daarmee om? De Franse historicus Philippe Ariès onderkent in de geschiedenis vijf houdingen ten opzichte van de dood. Tijdens de vroege Middeleeuwen en op het platteland tot in de negentiende eeuw was een sterfgeval een aanvaard en alledaags verschijnsel, een aanleiding tot hevige maar kortstondige rouw. In de steden nam vanaf het jaar 1000 het besef toe dat een individu stierf: Memento mori, met als tegenhanger: Carpe diem. Voor degenen die het zich konden veroorloven kwamen doodskisten, begrafenisstoeten en grafzerken in zwang. De Reformatie wees deze cultus af: de dood was geen gebeuren aan het eind van ieders leven, maar het hele leven was een gestadig sterven. Soberheid werd weer de norm.
In de achttiende eeuw sloeg de Romantiek toe: in plaats van iemands eigen dood kwam die van een geliefde centraal te staan. Hieraan danken we de idyllische begraafplaatsen met familiegraven. In de twintigste eeuw, onder invloed van de medicalisering rond het sterfbed, ontstond voor het eerst een totale breuk met de dood. De vertrouwdheid verdween, de dood werd weggestopt en verzwegen. Inmiddels kunnen we hierop twee reacties signaleren: uitbundig of juist minimaal rouwbetoon.
Iedereen is welkom bij deze lezing. De entree is voor niet-leden vier euro. De lezing is in de Almhof aan de Kerkstraat 14 in Almkerk. Aanvang 20.00 uur.