Controle onderhoud dijken Waterschap Rivierenland
Het belangrijkste doel van onderhoud is een sterke grasmat. Daardoor zijn de dijken goed bestand tegen het hoge rivierwater. Dijkbeheerders controleren of bewoners en agrarische gebruikers hun dijkpercelen hebben gemaaid en of overhangend hout is gesnoeid. Distels en brandnetels moeten zijn verwijderd, het maaisel en snoeihout moet zijn opgeruimd. Ook mag tussen tot 1 april 2020 geen vee op de dijk lopen, om schade te voorkomen. Als het onderhoud niet op tijd in orde is, voert het waterschap het uit, op kosten van de betreffende eigenaar. Op tijd beginnen met het onderhoud van de dijk kan dit voorkomen. Met elkaar werken we aan een goed dijkbeheer in het rivierengebied.
Het hoogwaterseizoen geldt van half oktober tot 1 april. De winter is van oudsher de periode dat de rivierdijken hun werk doen. De laatste keer dat er overal water tegen de rivierdijken stond, was in januari 2018 met een piek van 14,20m +NAP bij Lobith. Het contrast was groot met de droge zomer die volgde: in oktober bereikte de Rijn bij Lobith een laagterecord van 6,73m +NAP.
Dat is ruim lager dan de kritieke hoogte van 16,68m +NAP van januari 1995, komende winter 25 jaar geleden. Toen werd een groot deel van het rivierengebied ontruimd. Sindsdien zijn dijken versterkt, kwam er meer ruimte voor de rivier, verbeterde de crisisbeheersing in het nieuwgevormde Waterschap Rivierenland. Ontwikkelingen als klimaatverandering vragen om nieuwe dijkversterkingen.
Bekijk op www.tothier.nu tot waar het water in jouw huis zou staan als er geen dijken waren.