ALMKERK - De financiële begroting van de gemeente Altena over het jaar 2019 is rond. Kort door de bocht een optelsom van de drie voormalige gemeenten. Maar wat betekent dat voor de inwoners?
De financiële positie van Altena is gezond, maar er zijn weinig reserves om de ambities voor 2019 te realiseren. Dat wist wethouder Hans Tanis van financiën maandag 11 maart te vertellen tijdens de presentatie van de begroting aan de pers. Veel zaken die invloed hebben op de portemonnee van de inwoner zijn nog niet duidelijk, zoals de hoogte van de riool- en afvalstoffenbelasting. Momenteel zijn de tarieven van de voormalige gemeenten nog niet gelijkgetrokken. Zo betaalt men in de voormalig gemeente Aalburg 179 euro en in Werkendam 232 euro rioolbelasting, een verschil van 53 euro. In 2020 moeten deze kosten gelijk zijn. Ook het openhouden van de milieustations heeft invloed op de afvalstoffenbelasting. Wel duidelijk is dat de hondenbelasting is afgeschaft. Toeristen die Altena bezoeken via het water krijgen vanaf nu te maken met watertoeristenbelasting. Deze belasting bestond voorheen alleen in de gemeente Woudrichem, maar is nu ook ingevoerd in de gemeente Altena.
In 2019 is er een tekort van 1,4 miljoen euro op de jeugdzorg. Altena zal daarvoor de algemene reserves gaan gebruiken. Door de decentralisatie vanuit de overheid is Altena niet de enige gemeente die kampt met deze problemen. De inkoop van de jeugdzorg gebeurt regionaal samen met andere gemeenten in West-Brabant. Omliggende gemeenten hebben daardoor te maken met dezelfde tekorten.
Tijdens de Altenatafel van 19 maart zal de begroting besproken worden met de raad.